De nieuwste trend onder zichzelf respecterende rockbands is zonder twijfel het integraal brengen van een succesalbum. Het begon allemaal met Roger Water en zijn The Wall, en via onder meer The Jesus And Mary Chain, U2 en Third-Eye Blind is inmiddels ook Interpol aan de beurt. De formatie – nog geen tien jaar geleden zonder twijfel de coolste band ter wereld – vierde het vijftienjarige verjaardagsfeestje van debuut Turn On The Bright Lights in een uitverkocht 013.
Alleen al het feit dat Interpol die plaat integraal uitvoert is voldoende om een reis naar Tilburg te overwegen. Turn On The Bright Lights was vijftien jaar geleden een depressieve donderslag bij heldere hemel. Desolatie was zelden zo fascinerend op plaat gezet. En dan heeft die plaat ook nog eens de tand des tijds doorstaan. Hoewel Turn On The Bright Lights zich laat beluisteren als de soundtrack van het New York in de jaren na nine-eleven past ‘ie ook onze huidige tijdsgeest als gegoten. Het is zo’n album dat je zelf nog altijd veilig op de platenspeler kunt leggen tijdens een avondje thuisgebrouwen IPA’s drinken met je meest hippe vrienden – hoewel de muziek beter past bij nachtelijke gesprekken doordrenkt van droge worst en mooie whisky.
Voor eenieder die zich nu deze situatie probeert in te beelden; grote kans dat die mensen die je nu in je hoofd hebt afgelopen dinsdag bij Interpol waren. De fans van de New Yorkers zijn muziekpuristen en staan op de luister-belevingsschaal ongeveer tegenover de Beliebers. Dat is maar goed ook want Interpol heeft de reputatie nogal statisch te zijn. Die reputatie maakt de formatie ook in 013 waar. Strakke pakken, apathische lichtshow en nul publieksparticipatie. Wie een makkelijke avond meebrullen had verwacht komt van een kouwe kermis thuis.
Wie daar problemen mee heeft had beter thuis kunnen blijven, maar met een dergelijke instelling mag het publiek wel een strakke set verwachten. Zeker in de beginfase ontbreekt juist die strakheid. Het geluid is niet goed afgesteld, de gitarist en bassist klinken bij vlagen verre van scherp en frontman Paul Banks heeft – zoals eigenlijk altijd – wat opstartproblemen. Dat is eigenlijk jammer, want de beste nummers van Turn On The Bright Lights staan op de plaat vooraan. Untitled, Obstacle 1 en PDA – om maar drie toptracks te noemen – vallen een beetje dood.
Gelukkig komt daarna keerpunt Say Hello To The Angels. De band verliest in het furieuze intro wat van haar vlakheid en dat blijkt opmaat naar een mooi gespeelde tweede helft, met als hoogtepunt het dynamische Hands Away en Stella Was A Diver And She Was Always Down, stiekem misschien wel het beste nummer dat de formatie tot nu maakte.
Met dat slot revancheert Interpol zich voor de matige openingsfase. Maar het slot blijkt ook opmaat tot een heerlijke toegift, waarin zich het voor Interpol zeer bijzondere feit voordoet dat er zelfs meer tracks worden gespeeld dan aanvankelijk gepland. Tilburg wordt getrakteerd op liefst acht tracks die niet van Turn On The Bright Lights komen. De drie tracks van Antics schreeuwen bijna om een integrale uitvoering van die plaat en tot ieders verrassing komt er zelfs een nummer voorbij van het volgens de band zelf totaal geflopte vierde album Interpol.
Sterker nog, als de band na een strak gespeeld en wild deinend Evil van het podium afstapt vraag je jezelf af waarom de formatie dat enthousiasme in het begin van de show niet kan brengen. Bij een dusdanig statische band waarbij sleetsheid het grootste vakrisico lijkt te zijn doemt het antwoord vrij snel op; Interpol leent zich niet tot de integraal-hype, maar gelukkig nog steeds wél voor bezwerende liveshows. En met die conclusie kan de formatie zo nog vijftien jaar vooruit.