It’s a wrap! Graspop Metal Meeting XL was er een van extremen, qua weer, qua muziek, qua alles eigenlijk. Na twee jaar het gras van Dessel niet te hebben geroken vanwege Corona, mogen we op donderdag eindelijk aandraven voor het uitgestelde 25-jarige jubileumfeest. Gezien het programma en de weersvoorspellingen, belooft het een mooi en warm, zeer warm, heet, heter, heetst feestje te worden.
Dat aandraven had overigens nog wel wat voeten in aarde. Of het nu lag aan de wegwerkzaamheden, of aan de nieuwe ligging van het terrein, het duurde even eer we op plaats van bestemming waren. Wegen die normaal redelijk toegankelijk waren, zaten nu potdicht.
Maar eenmaal aangekomen op het terrein is het mooi om te zien en te voelen dat het allemaal weer kan. En dat gevoel wordt alleen maar versterkt wanneer we de mensen om ons heen ziet genieten van een heerlijke bak herrie, elkaars gezelschap en uiteraard een goede pot bier. Hulde wat dat laatste betreft voor de beers & stories tent, die hadden verdomd lekkere verfrissende IPA’s. Wel zo lekker met het warme weer. Gelukkig was er ook genoeg water te krijgen. Een flesje van een halve liter kostte een bon en omdat het dopje erop mocht blijven zitten, kon je hem daarna makkelijk bijvullen bij een van de vele waterpunten. Eerlijkheid gebied wel te zeggen dat we het naast de IPA’s toch het liefst hielden bij die andere halve liters (666’ers gezien de prijs van een bon, hoe metal willen we onze halve liter bier hebben).
Donderdag, beuken met Mastodon, High on Fire en Baroness
Flotsam & Jetsam, Marquee
De eerste band die we dan ook weten mee te pikken na alle opstoppingen is Flotsam & Jetsam. En hoewel de opening met ‘Dreams of Death’ niet geheel vlekkeloos is, geluid is matigjes afgesteld en er zijn problemen met de microfoon van zanger Eric ‘A.K.’ Knutson, weet de band ons daarna al snel te overtuigen. De legendarische thrashmetalvereniging uit Phoenix, Arizona trapt het gaspedaal goed in. Met name het vingervlugge baswerk van Bill Bodily maakt indruk. Ook nieuwere nummers, zoals het hele fijne ‘Brace for Impact’ hebben de nodige punch en misstaan niet tussen de oude klassiekers van albums als ‘No Place for Disgrace’ en ‘Doomsday Receiver’. Voor de band is dit pas hun eerste passage op Graspop en als het ons ligt, zeker niet hun laatste!
Tremonti, South Stage
Door naar meestergitarist Mark Tremonti. U weet wel, de gitarist van Alter Bridge. Hier staat de man solo. Net zoals we later dit weekend Myles Kennedy, de zanger van Alter Bridge, solo zullen aantreffen. De op Amerikaanse leest geschoeide hardrock van Tremonti, ligt qua sound niet heel ver verwijderd van het vlaggenschip. Ok, er wordt wat meer gesoleerd, maar niet op een overdreven Black Label Society-achtige manier, maar meer in dienst van de nummers. Tremonti brengt voornamelijk materiaal van het uit 2021 afkomstige ‘March of Time’ en maakt een gedegen, maar zeker geen spetterende indruk.
Mastodon, North Stage
Ook op Amerikaanse leest geschoeid, maar dan anders, is het uit Atlanta, Georgia afkomstige Mastodon. Met hun meest recente meesterwerkje ‘Hushed & Grim’ onder de arm nemen de vier Mastodonten ons mee op een proggeriaans metalreisje. Nou ja vier, Mastodon wordt voor de gelegenheid bijgestaan door een Slash lookalike op toetsen. Deze toevoeging betaalt zich vooral uit in de nieuwere nummers van ‘Hushed & Grim’. Van dit album worden maar liefst vijf nummers gespeeld. Jammer genoeg zit daar het geweldige ‘Gigantium’ niet bij. Voor de afsluiter van voornoemd album is op de festivalsetlist geen plaats. Ook nummers van ‘Crack the Sky’ en ‘Emperor of the Sand’ blijven opvallend genoeg achterwege. Gelukkig staat daar een hoop ander bruut technisch geweld tegenover. Met nummers als ‘Mother Puncher’, ‘Megalodon’ en het onvermijdelijke ‘Blood and Thunder’ krijgt de band het publiek goed op de hand. Machtig optreden!
Death to All, Marquee
Ook machtig is Death to All-in de Marquee. Deze tributeband herbergt misschien wel de meest strakke ritmesectie van het festival. Met Gene ‘The Atomic Clock’ Hoglan op drums en Steve DiGiorgio op zijn driesnarige basgitaar (less is more in dit geval) wordt de vaak technisch complexe death metal van Chuck Shuldiner voorzien van een zeer solide basis. Niet alleen met de ritmesectie zit het wel snor, ook de rest van de band is dik in orde. Daarbij is de setlist een mooie doorsnee van alles wat Chuck Shuldiner en Death zo bijzonder maakte. Zo horen we krakers als ‘The Philospher’, ‘Symbolic’ en ‘Crystal Mountain’ voorbij komen. Al gaat het dak van de Marquee er pas echt af wanneer de band afsluit met ‘Pull the Plug’. Het refrein van deze klassieker van het album ‘Leprosy’ wordt luidkeels meegezongen door duizenden metalheads.
High on Fire, Metal Dome
Duizenden metalheads zijn helaas niet aanwezig bij High on Fire. Matt Pike en consorten staan dan ook gedeeltelijk tegenover Iron Maiden geprogrammeerd en moeten het derhalve doen met een maar matig gevulde Marquee. Het feest is er niet minder om. De band zet de Metal Dome in vuur en vlam en gooit naarmate de set vordert met nummers als ‘Fertile Green’, ‘Fury Whip’ en de ziedende afsluiter ‘Snakes for the Divine’ steeds meer olie op het vuur. Dit alles onder de goedkeurende ogen van Mark Tremonti (gewoon tussen het klootjesvolk) en de jongens van Mastodon (die wild moshend aan de zijkant van het podium te vinden zijn). Pike levert in ieder geval een mooi visitekaartje vol met riffs met de hoofdletter R af. Graag een keer op herhaling.
Iron Maiden, South Stage
Tussen High on Fire en Baroness pakken we snel nog een paar nummers Iron Maiden mee. Gelukkig voor ons zit bij die paar nummers het machtige ‘Revelations’, misschien wel het mooiste Iron Maiden nummer ooit. Voor zover we kunnen zien verkeert de band in topvorm en leveren Steve Harris en de zijnen een routineus, maar zeker niet plichtmatig optreden af.
Baroness, Metal Dome
Door naar Baroness. Baroness heeft publieksgewijs hetzelfde probleem als High on Fire. Beiden staan tegenover het machtige Iron Maiden. Bijkomend voordeel hiervan is wel dat de mensen die er zijn, ook echt voor jou komen. En dat blijkt wel. Nummers als ‘Take my Bones Away’ en ‘Shock me’ worden volop meegezongen. Degenen die Iron Maiden hebben laten schieten voor dit sympathieke Amerikaanse viertal hebben hier in ieder geval geen spijt van gekregen.
Mercyful Fate, Marquee
Een show waarvan vooraf de verwachtingen heel hoog waren, is het optreden van Mercyful Fate. De Marquee staat dan ook goed vol in afwachting van het aantreden van King Diamond en zijn discipelen. En wanneer de verwachtingen hoog zijn, valt de waarheid meestal een beetje tegen. Zo niet bij Mercyful Fate! De band speelt klasse en King Diamond zelve is goed bij stem. Bij zijn soloshows wordt de goede man in de hoge noten altijd bijgestaan door een verdekt (doch zichtbaar) opgestelde zangeres. Deze is vandaag echter absent of zingt van achter de coulissen haar noten mee. We zullen het waarschijnlijk nooit weten, maar goed klinkt het in ieder geval zeker. Het Deense satanscollectief opent sterk met ‘The Oath’. Daarna krijgen we in de vorm van ‘The Jackal of Salzburg’ direct een voorproefje van de nieuwe plaat. En hoewel dit voorproefje zeker niet verkeerd klinkt, komt iedereen toch met name voor de oude klassiekers. En deze mensen worden niet teleurgesteld. O.a. ‘Black Funeral’, ‘Melissa’, ‘Evil’ en ‘Come tot he Sabbath’ passeren de revue. De Denen komen dan ook niet weg zonder een toegift. Deze kwam er in de vorm van ‘Satan’s Fall’. En met deze uitsmijter kunnen wij heel goed de nacht in.
Vrijdag, dag van duistere tonen met DOOL, Zeal & Ardor, Amenra en Heilung
DOOL, Marquee
Vrijdag trappen we heerlijk af met een van Nederlands finest, te weten DOOL. Raven van Dorst en co. spelen een heerlijke set vol duistere occulte rock. De band speelt voor overgave en Raven van Dorst houdt het aanwezige publiek goed bij de les. Er wordt een mooie dwarsdoorsnede gespeeld van de twee albums die de band rijk is. DOOL is een band die heel goedweet wat muzikaal haar sterkste punt is. En dat zijn de riffs. Riffs die uitnodigen tot in het oneindige te worden herhaald. En dat door drie gitaristen. Fantastisch! En wanneer de band dan ook nog ‘Love Like Blood’ van Killing Joke speelt, is dat een mooie pleister op de wonde voor het feit dat de band van Jaz Coleman heeft moeten afzeggen. Hail de groene vingers van Raven!
Steel Panther, South Stage
Steel Panther is dan geheel andere koek. Grappen, grollen en blote titten voeren de boventoon. Wie Steel Panther gaat kijken weet dat dit soort ongein gewoon bij de band hoort. Het is gewoon plat vermaak. De nummers die de band speelt, zitten afgezien van cheesy teksten wel goed in elkaar (het strontvervelende ‘Weeny Ride’ daargelaten). Daarbij kan de band uitstekend spelen en is Michael Starr een uitstekend zanger. Dat de band uitstekend kan spelen, blijkt wel tijdens de Ozzy Osbourne cover ‘Crazy Train’, welke wordt gespeeld om ‘The Prince of Darkness’ een hart onder de riem te steken na zijn operatie. Achteraf blijkt dit ook veruit het mooiste moment van de show. En dat niet alleen vanwege de sublieme uitvoering, maar ook vanwege de hilarische Ozzy imitatie van Starr. Steel Panther moet uiteindelijk vooral oppassen niet te vervallen in een slechte gimmick van zichzelf, zoals bijvoorbeeld met de Bloodhound Gang gebeurde. Steeds dezelfde grappen en grollen gaan vervelen. Vandaag komen ze er nog mee weg, maar volgende keer misschien niet meer.
Angelus Apatrida, Marquee
Net als Killing Joke, moest ook Sacred Reich op het laatste moment afzeggen. Hier plaatste de organisatie de voor ons onbekende Spaanse thrashband Angelus Apatrida voor in de plaats. Omdat Bullet for my Valentine niet ons ding is en wij The Vintage Caravan al in onze achtertuin op Conincxpop gaan zien, zijn wij toch maar even gaan thrashen bij deze Spanjaarden. Boh, en daar kregen we geen spijt van. De band speelt met een tomeloze inzet de ballen uit de broek. Origineel? Nee, absoluut niet. Vet en strak? Zekers! Mooi ook om te zien dat de energie van deze vier bebaarde thrashers overslaat op het publiek, met moshpits, circlepits en heuse wall of death tot gevolg. Verrassing van het weekend.
Alcest, Marquee
Na al deze Spaanse furie slaan de Franse charmes van Alcest een beetje dood. Wij zijn enorme fan van de band, maar vandaag weten ze maar matigjes te overtuigen. Met name geluidstechnisch is het niet zo heel best. De drums staan te hard en overheersen in het bandgeluid. Neige, in Björk-shirt getogen, doet zijn stinkende best, maar krijgt het Alcest schip niet helemaal vlot getrokken.
Jinjer, Jupiler Stage
Door naar Jinjer dan maar. Helaas bedenken wij ons dat iets te laat. Het veld voor de Jupiler Stage staat vol voor deze uit Oekraïne afkomstige band. Achteraan sluiten is het devies. Helaas reikt het geluid niet zo ver. We zien zangeres Tatiana Shmailyuk en haar bandleden wild gebaren en springen, maar helaas horen we ze nauwelijks. Volgende keer graag op een van de twee hoofdpodia. Die status heeft de band inmiddels wel bereikt.
Zeal & Ardor, Metal Dome
Ondanks de enorme publieke belangstelling voor Jinjer, staat de Metal Dome ook helemaal vol. Niet helemaal onterecht overigens. Zeal & Ardor speelde in 2018 ook al vrijwel iedereen naar huis. En dat doen ze vandaag nog eens dunnetjes over. Met inmiddels drie uitstekende albums op het CV, zijn de Zwitsers inmiddels geen eendagsvlieg gebleken. Black metal met blues- en gospelmuziek? Leuk voor een keer meenden velen. Inmiddels weten we wel beter. Elk album wordt de sound van de band iets verder uitgediept en klinkt de op het eerste gehoor vreemde mix van stijlen steeds vertrouwder en vloeiender. Ook live staat de band van Manuel Gagneux als een huis. Dat blijkt vandaag wel weer. Ziedende uitvoeringen van ‘Row Row Row’, ‘Don’t you Dare’, ‘Run’ en ‘Death to the Holy’ doen de Metal Dome op haar grondvesten schudden. Götterdammerung!!
Amenra, Marquee
Amenra probeert hierna er in de Marquee nog net even een schepje boven op te doen. Maar dit lukt helaas niet helemaal. En dat ligt in het geheel niet aan de band zelve. Het geluid laat ons dit weekend in de Marquee een klein beetje in de steek. En Amenra is niet de eerste en ook niet de laatste band die daarmee kampt. De band trapt af met ‘Razoreater’ en de ‘Evenmens’, maar de gebruikelijke ‘oomph’ blijft achterwege. Ik zie hem op het podium, maar voel hem niet in de borstkast en de gehoorkanalen. Gedurende het optreden wordt het geluid gevoelsmatig wel wat beter, maar komt nooit echt in de buurt van hoe Amenra normaal voelt en buldert. De performance is er zeker niet minder om en wanneer ‘Solitary Reign’ en ’Diaken’ het optreden afsluiten, zien we Colin H. van Eeckhout met een bebloed gezicht op het podium staan. De band heeft alles gegeven! ‘Liefde en Licht’ staat op de backdrop te lezen aan het einde van het optreden. Belangrijk? Ja! Maar een goed geluid ook.
Heilung, Marquee
Bij Heilung is dat geluid weer dik op orde. De band die vooral teert op repetitieve mantra’s die worden gelardeerd met keelzang, mogen dit jaar een maatje groter. 2018 Speelden ze in de Metal Dome nog bijna het geluidssysteem aan gort, dit jaar mogen ze het in de Marquee proberen. De band grijpt deze kans gretig met beide handen, of moet ik zeggen beide geweien, aan. De show is nog uitgebreider en verder uitgewerkt dan in 2018. De band begint meestal rustig en gedurende het nummer worden dan langzaam steeds meer geluiden toegevoegd om te eindigen in een soort van kakofonische shamansdans. Dit lukt keer op keer, al is het tijdens de rustige stukken wel vervelend dat het geluid van Within Temptation komt overwaaien. Desalniettemin een meer dan verdienstelijk optreden!
Scorpions, South Stage
Als afsluiter op het hoofpodium staan Scorpions geprogrammeerd. Een band die net als Kiss van geen ophouden weet en na haar aangekondigde afscheid misschien nog wel drie of vier keer op het podium van Graspop heeft gestaan. Maar vooruit, de band heeft een verassend goed nieuw album (‘Rock Believer’) uit, laten we ze het voordeel van de twijfel geven. Het wordt een optreden met ups en downs. De downs hebben voornamelijk te maken met Klaus Meine, de man is al nooit een echt groot rockzanger geweest, maar nu de leeftijd begint te tellen, wordt dit steeds pijnlijker duidelijk. Tel daar ook nog eens de podiumpresentatie van een zieke zak aardappelen bij op en je hebt het grootste debet van het Scorpions optreden blootgelegd. Wanneer de hits gespeeld worden (en die worden ze volop) en het publiek de zanglijnen overneemt, is het nog best te pruimen allemaal. Ook de instrumentale secties zijn dik in orde. Wat blijft die Mikkey Dee overigens een voortreffelijk drummer! Zijn energieke drumsolo is erg genietbaar. Ander memorabel momentje is wel de tekstaanpassing die de band heeft gedaan aan de tranentrekkerballade ‘Wind of Change’. Dit naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. ‘Now listen to my heart, it says Ukraine, waiting for the wind to change’. Hoewel tenenkrommend gefloten en gezongen, toch mooi!
Zaterdag, the swamps of New Orleans en de decibellen van Korn
Foreigner, South Stage
De zaterdag arriveren we als gevolg van familieomstandigheden rijkelijk laat op het veld. De eerste band die we weten mee te pakken is Foreigner. De band speelt al vroeg ‘Cold as Ice’, maar echt koel krijgen we het er niet van. De temperaturen zijn vandaag tropisch. Gelukkig is er overal genoeg water te krijgen en staat er een klein briesje dat af en toe wat verkoeling geeft. Foreigner, ondertussen ook meer een tributeband, levert een zeer verdienstelijke set af. Met nummers als ‘Juke Box Hero’ en de onvermijdelijke ballade ‘I Want to Know what Love is’ krijgt de band het publiek op haar hand. De keytarsolo is even cheesy als vermakelijk. Helaas wordt ‘Hot Blooded’, het hitje dat weer een boost kreeg door de immens populaire serie Stranger Things, niet gespeeld. Kookte het bloed van de heren wellicht aan het einde van set zelf ook over?
Down, Marquee
De Marquee staat goed vol wanneer Down aan haar optreden moet beginnen. Als gevolg van technische problemen begint de band een klein kwartier later. Zodra de band echter begint, is het kwartiertje extra wachten in die volle, hete tent al snel vergeten. Tijdens opener ‘Lysergik Funeral Procession’ wordt door diverse bandleden nog wel driftig gebaard richting geluidsman, maar gelukkig hebben de heren Windstein, Keenan, Bower, Bruders en Anselmo alles snel onder controle en worden we aan onze haren de New Orleans swamp ingetrokken. De band speelt strak en Phil ‘Make some Fuckin’ Noise’ Anselmo heeft er duidelijk zin in. Vinnie Paul en Dimebag Darrell worden als snel geëerd met een heerlijk zwaar ‘Lifer’. Ook het vette ‘Ghost Along the Mississippi’ maakt een verpletterende indruk. Afgesloten wordt er in stijl met ‘Stone the Crow’ en ‘Bury me in Smoke’. Wereldoptreden!
Devin Townsend, Marquee
Waar het geluid van Down wel de juiste punch had in de Marquee, ontbreekt deze vervolgens weer bij Devin Townsend. Aan de band en de setlist ligt het in ieder geval niet. Met ‘Aftermath’ (de ultieme metalriff!) van Strapping Young Lad op het programma pakt Townsend in ieder geval goed uit. Ook ‘Deep Peace’ en ‘Deadhead’ maken indruk. Wat een stem heeft de man toch!
Myles Kennedy and Company, Metal Dome
Na ‘Deep Peace’ besluiten we toch om nog even snel een klein stukje van Myles Kennedy mee te pikken. Zijn twee soloplaten zijn zeer goed tot uitstekend te noemen en Myles lijkt het naar zijn zin te hebben in de toch maar matig gevulde Metal Dome. Waar Tremonti solo op de mainstage staat, moet Myles Kennedy and Company toch nog een paar stapjes zetten. Maar dat gaat wel goed komen schatten wij zo. De stem en de liedjes heeft hij ervoor.
Judas Priest, South Stage
Daarna slaat de twijfel toe. Judas Priest of toch Opeth? Priest, zou het de laatste keer zijn? Opeth, die komen vast nog wel een keer als echt grote headliner, toch? Aangezien we beide waarschijnlijk achten, kiezen we toch voor Judas Priest. We worden niet teleurgesteld, de band is goed op dreef en alle klassiekers komen voorbij. De metalen god zelve heeft het wat moeilijker. Met name in de snellere nummers heeft Rob Halford moeite de band bij te benen. De ouderwetse lange uithalen lukken wonder boven wonder nog wel. Diep voorovergebogen, alsof hij niet goed genoeg betaald krijgt en kleingeld op het podium aan het zoeken is, perst hij de uithalen uit zijn tenen. De setlist is er een voor in de boeken. Met o.a. ‘Hell Bent for Leather’, ‘Victim of Changes’, ‘Painkiller’, het onvermijdelijke ‘Breaking the Law’ en ‘Living after Midnight’ passeert de ene na de andere klassieker de revue. Daarbij kunnen we ons niet herinneren dat Judas Priest ooit zo’n grote show heeft meegenomen naar Graspop. De grote drietand hangend hoog boven het podium, de prachtige visuals, de grote oliedrums links en rechts van het podium (overgekocht van Slipknot?) en zelfs een opblaasbare stier (iemand een idee waarom?) aan het einde van het optreden. Als dit al een afscheid is, dan is het een waardig afscheid!
Korn, North Stage
Dit jaar staan de twee grondleggers van de nu-metalsound als headliner op het hoofdpodium. Vandaag Korn en morgen nog Deftones. En hoewel Korn, in tegenstelling tot Deftones, op albumgebied inmiddels al lang over haar houdbaarheidsdatum heen is, maken ze vandaag hun headlinerpositie dubbel en dik waar. Of het komt omdat gitarist Brian ‘Head’ Welch vandaag jarig is, weet ik niet, maar de band klinkt urgent en dreigend. Vanaf opener ‘Here to Stay’ knalt de band als vanouds. ‘Got the Life’ wordt ons gevraagd in het tweede nummer. Nee, zal waarschijnlijk het antwoord van velen zijn geweest, maar Korn weet er bij iedereen nog dat laatste beetje energie uit te persen. Johnathan Davis hijgt, tiert en gromt alsof de duivel hem op de hielen zit. Zijn kompanen doen niet voor hem onder en freaken er de rest van de show lustig op los. ‘Shoots and Ladders’, ‘Freak on a Leash’, ‘A.D.I.D.A.S.’, alle hits komen voorbij om uiteindelijk af te sluiten met song waar het allemaal mee begon ‘Blind’. Dikke chapeau voor Jonathan Davis en zijn kompanen.
Zondag, Deftones en Sabaton, two worlds apart
Dirty Honey, Metal Dome
We trappen de zondag af met twee jasjes minder warm dan gisteren en een lekker potje onvervalste retrorock. Dirty Honey is een Amerikaanse band die de mosterd, of de honing zo u wilt, haalt bij bands als de The Black Crowes en AC/DC. Van laatstgenoemde worden we zelfs getrakteerd op een cover van ‘Shoot to Thrill’. Tja, het was of AC/DC of Prince. Dat hoef je een metalpubliek geen twee keer te vragen natuurlijk. Ook de eigen nummers zoals ‘Calafornia Dreamin’, ‘When I’m Gone’ en ‘Rollin’ 7’s’ maken indruk. Al met al een bandje dat bij een eventuele volgende passage wel wat treetjes hoger op de timetable mag.
Rival Sons, South Stage
Van de ene naar de andere retrorockband. Van Dirty Honey naar Rival Sons. Waar de een refereert aan helden als AC/DC en Black Crowes, leunt Rival Sons weer meer tegen Led Zeppelin aan. Zo heeft prijsnummer ‘Feral Roots’ een heerlijke Zeppelin feel. Jay Buchanan, vandaag met Gareth Bale-achtige manbun, lijkt vandaag enige moeite te hebben om zijn stem onder controle te houden. Links en rechts klinkt hij een beetje hees en lijkt hij zo nu en dan zijn stem te verliezen. Blijkbaar zijn inmiddels enkele concerten van de band gecanceld i.v.m. een Corona besmetting. Toeval? Het maakt het concert er niet minder genietbaar om. Wanneer Buchanan solo (afgezien van wat drumeffecten van de soundcheck op het andere hoofdpodium) op akoestische gitaar het nummer ‘Shooting Stars’ voor de Oekraïne speelt, weet hij de juiste snaren te raken en is kippenvel gegarandeerd.
Spiritbox, Jupiler Stage
Toch besluiten we Rival Sons wat eerder te verlaten. Spiritbox is namelijk een beginnende grote naam in de Verenigde Staten. Denk aan een soort Jinjer, maar dan van Amerikaanse makelij. Dus iets gelikter allemaal. Youtube clips van de band zijn al miljoenen keren gestreamd en het debuutalbum ‘Eternal Blue’ wordt overal zeer goed ontvangen. En wanneer dan ook nog eens 10 jaar oude meisjes Spiritbox zangeres Courtney LaPlante gaan nadoen op America’s Got Talent, dan is het hek van de dam en is een heuse hype geboren. Die hype wordt vandaag niet waar gemaakt en de band zal weinig nieuwe zieltjes hebben gewonnen. De band klinkt vandaag gewoontjes en er zit weinig pit in de set. En dat komt niet alleen omdat zangeres Courtney LaPlante haar enkel heeft verstuikt. De rest van de band maakt namelijk ook weinig indruk. Mogelijk dat alle aandacht ze allemaal even te veel is geworden. Volgende keer beter!
Evil Invaders, North Stage
Dan nog maar snel even terug naar het hoofdpodium, alwaar de bakkebaarden van Evil Invaders zanger/gitarist Joe X meer gevaar uitstralen dan heel Spiritbox bij elkaar. Nee, erg origineel zijn de meeste thrash revival bands niet, en zo ook Evil Invaders niet, maar goed geluisterd naar de juiste voorbeelden hebben ze wel. Toffe show van een sympathieke band!
Destruction, Marquee
Vervolgens trekken we richting de Marquee om in hogere thrashsferen te blijven. Destruction mag namelijk aantreden. En Destruction behoort samen met Tankard, Sodom en Kreator tot de Duitse Big Four. Met ‘Curse the Gods’ vliegen de Duitse thrashveteranen er met gestrekt been in. Een gestrekt been dat gedurende het hele optreden niet meer ingetrokken wordt. Heerlijk! Het geluid in de Marquee staat eindelijk weer eens vanaf de eerste seconde goed en met nummers als ‘Nailed tot he Cross’, ‘Thrash till Death’ en ‘Bestial Death’ leveren de Duitsers een van de beste old school thrashfeestjes van het weekend af.
Me and that Man, Metal Dome
Me and that Man is een zijproject van Behemoth mastermind Adam ‘Nergal’ Darski. Met duistere black metal heeft dit zijproject muzikaal echter bitter weinig te maken. Nergal zoekt het in de country noir hoek. Me and that Man is nog het best te omschrijven als een soort duistere kruising tussen Johnny Cash en Nick Cave. En het moet gezegd, deze combinatie werkt uitstekend. Opvallend genoeg wordt de zang in de meeste nummers niet verzorgd door Nergal zelf, maar door bassist Matteo Bassoli. Deze doet dit zeer verdienstelijk. Met nummers als ‘Church is Black’ en ‘Burning Churches’ maakt de band wel wat los in het publiek. Ook met de ‘Fuck Putin’ speach, een lid van de band vecht aan het front in de Oekraïne, heeft Nergal de onverdeelde aandacht van het publiek. Toch verslapt de aandacht van het publiek regelmatig. Of dit te maken heeft met de onbekendheid van het materiaal of dat we toch al bijna vier dagen optredens erop hebben zitten, durven we niet te zeggen, maar aan de gedrevenheid van de band ligt het zeker niet.
Sepultura, Marquee
Sepultura opent in de Marquee vervolgens brutaal met klassiekers ‘Arise’ en ‘War for Territory’. Iets wat normaal een ongekende euforie zou moeten losmaken. Maar Jezus, wat staat het geluid weer bar slecht afgesteld. Zanger Derrick Green is bij tijd en wijle amper te horen en het geluid vliegt alle kanten op. En dat is jammer, want de band heeft een uitstekende setlist in elkaar gesteeld en de band doet zichtbaar haar stinkende best. Andreas Kisser en Paolo Jr. geselen hun snaren en ADHD-drummer Eloy Casagrande (alle dagen hard drummen) ranselt zijn trommelvellen. Afgesloten wordt er met het drieluik ‘Refuse/Resist’, ‘Ratamahatta’ en ‘Roots Bloody Roots’, maar helaas weet de band vanwege het geluid de echte knock-out nooit uit te delen.
Deep Purple, South Stage
Deep Purple zijn de oude rotten van de oude rotten in het vak. Het is elke keer weer de vraag of het nu echt de laatste keer is dat we ze kunnen zien. Ian Gillian gaat immers rap op de 80 aan. Geen wonder ook dat de band al jaren geen ‘Child in time’ meer brengt. Die hoge noten kan de man allang niet meer aan. Maar verdomd wat klinkt hij voor zijn leeftijd nog goed. Waar leeftijdscollega’s Rob Halford, Klaus Meine en Alice Cooper nog wel eens vaker ernaast zaten, mist Gillian vrijwel geen noot. De heren, met Simon McBride in plaats van Steve Morse op gitaar, openen vurig met ‘Highway Star’. En het tempo blijft daarna, op een paar obligate solospots (Star Wars theme anyone?), er goed inzitten. En met topnummers als het aan Jon Lord opgedragen ‘Uncommon Man’, ‘Spacetruckin’, ‘Hush’ en natuurlijk ‘Smoke on the Water’ leverden deze veteranen een uiterst vermakelijk optreden af.
Deftones, North Stage
Deftones mag vanavond met Sabaton de honneurs als headliner waarnemen. Twee bands die mijlenver van elkaar verwijderd zijn in het muzikale spectrum. Deftones mag als eerste een poging wagen en doet dat met verve. De band trapt af met ‘Genesis’ en al snel volgen culthits ‘Be Quiet and Drive (Far Away)’ en ‘My Own Summer (Shove it)’. De sfeer vooraan zit er dan al goed in. Deftones is een echte ‘love it or hate’ band. Je geeft je er of volledig aan over en gaat er in op of je schakelt jezelf af van de dissonante tonen die Chino Moreno en de zijnen voortbrengen en vindt het allemaal maar a-melodieuze bagger. Wij behoren tot de eerste categorie en zien Deftones een uitstekende set neerzetten. Een set waar doorbraakalbum ‘White Pony’ er met maar twee songs bekaaid afkomt. De albums ‘Around the Fur’ en ‘Diamond Eyes’ zijn vandaag de hoofdleveranciers. Wat ook opvalt is dat gitarist van het eerste uur Steve Carpenter niet aanwezig is vandaag. Hij laat de Europese tour om persoonlijke redenen (Niet gevaccineerd? Complottheorieën?) schieten. Zijn vervanger kwijt zich echter uitstekend van zijn taak. Wanneer de band afsluit met een heerlijk lompe versie van ‘7 Words’, zijn de nu-metal kaarten geschud dit weekend en mogen we ons opmaken voor de allerlaatste act van deze meer dan geslaagde jubileumeditie.
Sabaton, South Stage
Huub van der Lubbe (De Dijk) zong ooit: ‘Ik heb het geprobeerd, gedaan wat ik kan…’ En dat slaat voor ons een een beetje op Sabaton. Wij willen vanavond de vervanger van Aerosmith een eerlijke kans geven en er met open vizier voor gaan. We komen al snel tot de volgende conclusies. Objectief, ja de Zweden zetten een uitstekende show neer met veel vuurwerk, ja het veld staat overvol, ja het publiek eet uit hun hand. Subjectief, wij kunnen er helemaal niks mee. Playmobil metal is het woord wat in ons opkomt. Maar wie zijn wij, een groot deel van de metalheads geniet met volle teugen. En nu de ‘oudjes’ toch echt wel gaan afzwaaien, zal Sabaton wel vaker als headliner gaan aantreden. Ons best natuurlijk, maar zet er dan pretty please nog iets anders tegenover op een van de andere podia. Wij besluiten dan ook om de laatste uurtjes van deze 25e Graspop editie af te sluiten in de Classic Rock Bar.
De 25e editie van Graspop Metal Meeting was er in ieder geval een voor in de boeken. Het was warm, de muziek was goed, het bier koud en het gezelschap aangenaam. Voor nu zeggen we bedankt en graag weer tot volgend jaar op 16, 17 en 18 juni. Horns up!